zaterdag, april 01, 2006

Nick Cave & the Bad Seeds - Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus

Reeds een jaar na Nocturama komt Nick Cave met nieuw werk op de proppen, een dubbelaar dan nog wel. Volgens onze telling van reguliere studio-albums zitten we ondertussen aan het magische nummer 13 en reken maar dat het magisch is.
4.4/5



Velen zullen met een bang hartje uitgekeken hebben naar de nieuwe van Nick Cave. Een goeie dubbelaar afleveren is namelijk geen sinecure, veteraan Blixa doet niet langer mee met de Bad Seeds en dan was er nog sprake van een gospelkoor ook. Als dat maar goed afloopt... jawel.

Abattoir blues

De eerste noten klinken nog maar door de boxen en we weten al dat het goed zit. Opener "Get ready for love" geeft er onmiddellijk een spreekwoordelijke lap op. De Bad Seeds bewijzen dat ze geen Blixa nodig hebben om stevig van jetje te geven en het London Community Gospel Choir geeft de song nog wat extra passie en vuur. Vervolgens mag het ietsjes trager op "Cannibal's hymn". "Hiding all away" heeft dezelfde onheilspellende genen als "Red right hand" destijds en in "Messiah Ward" komt duidelijk de meerwaarde van het gospelkoor naar voor.

"There she goes my beautiful world" is een brok gospel waar men ons op eender welk uur van de nacht voor uit ons bed mag slepen richting kerk. Daarna is het de beurt aan de single "Nature boy", Cave op z'n radiovriendelijkst. Zo'n aanstekelijk "oooh la la la" ondertoontje hebben we niet meer meegemaakt sinds "Make me smile" van Cockney Rebel. Bij "Abattoir blues" valt er weer een lijk terug te vinden voor wie goed genoeg tussen de regels leest. "Let the bells ring" vervult de functie van traditionele hulde aan de uitbater van het hiernamaals. "Fable of the brown ape" tenslotte is het spreekwoordelijke verhaaltje voor het slapengaan.

The lyre of Orpheus

"The lyre of Orpheus" begint met het gelijknamige nummer waarin Cave de Griekse mythologie herschrijft. Hoe grappig ook het feit dat hij "orifice" op Orpheus laat rijmen (adviserende dat Orpheus de lier mag steken waar de zon niet schijnt), niets gaat boven de droge humor die weerklinkt in de zin "God was a major player in heaven". "Breathless" vervolgens klinkt zo luchtig dat je haast over het hoofd zou zien wat een pracht van een lovesong het is. "Babe, you turn me on" is de zondagse versie van de geile Cave en "Easy money" kruipt in je hoofd voor je het goed en wel beseft.

Daarna is het de beurt aan "Supernaturally" of hoe de sfeer van een zigeunertrouwfeest weer te geven in minder dan 5 minuten. "Spell" toont nog maar eens hoe je over de liefde schrijft zonder al te melig te klinken. En dan zijn er tot slot nog "Carry me" en "O children". "Carry me" is te beschrijven met heel wat flatterende adjectieven maar verbleekt in het niets naast "O children". Het slotnummer is van zo'n hemelse en betoverende schoonheid dat het moeilijk is onbewogen te blijven wanneer het gospelkoor de finale treurzang aanheft. Kippenvel verzekerd!

Nick Cave is ondertussen wat ouder en rustiger geworden en lijkt eindelijk zijn draai gevonden te hebben. Ondanks het dubbelaarconcept weet Cave het niveau over de hele lijn te behouden en heb je nergens de indruk dat er vullers of uitschuivers opstaan. Meer zelfs, er staan heel wat pareltjes op en ongetwijfeld enkele klassiekers. Dus als je je platenkast nog eens opruimt, voorzie dan nog maar wat extra plaats onder de letter C want deze hoort er zeker bij te staan.

Labels: ,