zaterdag, april 01, 2006

Interview - Brakes

Vrijdagavond 13 januari, Botanique Brussel. In afwachting van de komst van Eamon krijg ik in de backstage van de Witloofbar een papier in mijn handen gedrukt. Of ik soms zo vriendelijk zou willen zijn in te vullen welke songs ik deze avond ga spelen. Enigzins verwonderd deel ik mee dat ik daar niet echt bevoegd voor ben. Een mens moet immers zijn plaats in het gebeuren kennen, en mijn plaats is op de stoel recht voor Eamon Hamilton, zanger van Brakes.


Om maar bij het begin te beginnen, hoe zijn jullie begonnen?
Als een groep, bedoel je? Dat zal zo'n 3 jaar geleden zijn. Ik was een paar songs aan het spelen in een bar in Brighton toen Tom and Alex naar me toekwamen en zeiden dat ze wel mijn backing band wouden zijn, so I said yeah.

Waarschijnlijk ken je de groep Elbow? Naar het schijnt hadden ze ooit een discussie over wat het meest sexy woord was en ze kwamen tot de vaststelling dat dat Elbow was, vandaar hun groepsnaam. Wat is het verhaal achter Brakes?
Ik was met een vriend op stap in Brighton. We kwamen uit een winkel die gelegen was op een steile heuvel, vlakbij het station. We zagen iemand op een fiets naar beneden scheuren die riep: "No brakes! I've got no brakes!", so I thought everyone needs brakes.

Aangezien jullie elk in andere bands zitten (British Sea Power, Electric Soft Parade, Tenderfoot) beschouwt men Brakes veelal als een zijproject. Maar omdat dit België is, kunnen we gerust de rollen omdraaien en vragen hoe het met de andere zijprojecten zit?
Wel, we beschouwen dit niet echt als een zijproject. We zijn hier best wel serieus mee bezig... Oh, je bedoelt de andere groepen? Electric Soft Parade kruipt dit jaar opnieuw de studio in. British Sea Power zijn aan een nieuw album aan het schrijven en Tenderfoot doet ongeveer hetzelfde. Het gaat dus best goed. We werken nogal wat af de laatste tijd (lacht).

Hoe kwam de plaat tot stand?
We zijn niet altijd een band met een live karakter geweest. Alles is nogal snel van de grond gekomen. We wouden dan ook een album maken zoals ze het vroeger deden, ingeblikt in 4 dagen. We dachten dat het wel mogelijk moest zijn om een plaat op te nemen in 5 dagen, dat bleek een hele uitdaging te zijn. Maar goed, we zijn 5 dagen in de studio geweest en in die tijd hebben we alles opgenomen en afgemixt.

Dat lijkt aan te sluiten bij de punkgedachte van gewoon de studio in te duiken en het ogenblik en de inspiratie vast te leggen op plaat.
Jep, we wouden bewijzen dat het nog mogelijk was zonder al dat computergedoe.

Het verhaal van Brakes begon met jouw songs. In welke mate wordt de rest van de groep nu in het hele proces betrokken?
Normaal kom ik aandraven met een soort van geraamte, waarna ik het in de groep gooi en elk zijn eigen stuk begint te schrijven. In die mate denk ik wel dat we elk voor 25% bijdragen aan alle songs.

Jullie brengen op dit album een Johnny Cash-cover, "Jackson". Wie nam de beslissing wie June Carter zou spelen?
Met al die songs over mannen die hun vrouw verlaten, leek het mij wel interessant om de rollen om te draaien. Ik wou met Liela (Moss, nvdr) van The Duke Spirit zingen omdat ze zo'n mooie stem heeft, en ze ziet er ook allesbehalve slecht uit.

Het liedje "Heard your band", moeten we dat beschouwen als tongue in cheek of wou je een statement maken?
Eigenlijk is het een waargebeurd verhaal. Er was iemand die me serieus enerveerde. Hij sprak over muziek in termen van geld in plaats van het feit of iets goed of slecht was. Hij drukte zijn leven uit in termen van geld en waarde, hij had geen interesse in de kwaliteit.

Het album combineert verschillende stijlen, van de countrypop van "NY pie" tot de hoofdschuddisco van "All night disco party". Het valt me wel op dat alle songs steeds zo'n rammelend, snedig kantje hebben.
Het weerspiegelt in zekere mate wat in onze muziekcollectie zit, van Johnny Cash tot Jesus and Mary Chain, en alles wat ertussen ligt. You know, good bands are good bands.

Aangezien jullie album "Give Blood" heet, zal je me vast wel kunnen vertellen welk bloedtype je hebt?
Ah shit. Wat was het nu weer? Had ik mijn portefeuille bij me, kon ik het je onmiddellijk vertellen. Ik denk dat het O positief is. We zijn laatst nog allemaal tesamen bloed gaan geven.

Krijgen jullie nadien ook altijd bier?
Bier? Nee, we krijgen thee. Dus jullie krijgen bier?

Jullie gaan op toernee met Belle & Sebastian. Hoe twee zijn jullie?
We voelden ons zeer vereerd om met hen samen te spelen. Ze vroegen ons of wij in hun voorprogramma wouden spelen en natuurlijk wouden we dat. Ik denk niet dat ons twee-gehalte zo hoog ligt, maar we doen ons best.

Denk je dat jullie publiek sterk overeenkomt met dat van Belle & Sebastian?
Ik weet het niet goed. Ik veronderstel dat ze wel van goeie muziek houden. Hopelijk krijgen we ze gek genoeg, maar voor hetzelfde geld haten ze ons.

Laatste vraag, eentje die je zelf mag zelf stellen. Welke vraag zou je graag op een dag voorgeschoteld krijgen?
Even denken. Iets als "Jullie zijn de meest invloedrijke band in de wereld. Zijn er groepen die jullie niet beïnvloed hebben?"

The Beatles?
Ok, hen niet. Maar ze zijn dan ook de enigen (lacht).

Labels: ,

Interview - Nona Mez

Naar aanleiding van hun nieuwe album belden we aan bij zanger Geert Maris


Met de release van “Out of Touch” is het derde Nona Mez-album een feit. Waarover gaat de plaat?
Net zoals bij de vorige albums dekt de titel de lading van het album. “Songs of Leaving” ging over afscheid en alles wat daar rondhangt. Op “Cast in Conrete” had ik het over vastzitten in je leven, vastzitten in een bepaald patroon, en “Out of Touch” gaat voornamelijk over een graad van vervreemding, vervreemden van de mensen en de wereld die je kent.

Afscheid nemen, vastzitten in het leven, vervreemding. Het lijken me thema's die nauw met elkaar samenhangen.
Dat is inderdaad zo. In zekere mate zijn die thema's voor mij inwisselbaar. Let op, daarmee wil ik heus niet gezegd hebben dat ik steeds dezelfde plaat maak. Ik zou het trouwens erg vinden, moesten de mensen dat gaan denken. Het zijn gewoon bepaalde kanten van mij die aan bod komen. Zelf vind ik deze plaat tot nu toe mijn meest persoonlijke plaat. Niet dat dat op de vorige albums niet het geval was, maar deze keer is het toch net iets anders. Als ik zing over “Hey sister”, dan heb ik het ook over mijn zus.

Met al die donkere onderwerpen vraagt men zich vast af of er geen plaats is voor vreugde in het leven van Nona Mez.
Van mijn eerste album vond men dat het een superzwarte plaat was. In een recensie van “Cast in Concrete” zeiden ze dat er af en toe al eens een lichtje mocht branden in het duister. Op “Out of Touch” sijpelt er wat meer hoop binnen, alhoewel de melancholie blijft overwegen. “Hey Sister” is daar een prima voorbeeld van. Op het einde zing ik “Sister go your own way”, een open einde dat met wat goede wil plaats laat voor enig positivisme. Voor de rest blijft het natuurlijk wel een donkere song, ook al lijkt het misschien een opgewekt lied te zijn als je het zomaar op de radio hoort. Ik hou wel van die tegenstelling tussen die donkere teksten en luchtige, opgewekte arrangementen.

In je liner notes neem je deze keer een fragment uit “Raining in Baltimore” van Counting Crows op? Ben je een fan of heb je een speciale band met het nummer?
Elk album heb ik al iets soortgelijks gedaan, de ene keer een quote van Ani Difranco, de andere keer een van Nick Drake. Het zijn fragmenten die iets weergeven over het gevoel van de plaat. Daarnaast gaat het ook om artiesten waar ik een zekere bewondering voor heb. Los van het feit hoe ze verder geëvolueerd zijn, als je bijvoorbeeld kijkt hoe de Counting Crows helemaal uit het niets met “August and Everything After” op de proppen kwamen, dan vind ik dat heel straf.

In een artikel dat ik las, werd je vergeleken met Tom McRae. Is dat iets wat je vleit of waar je je eerder aan stoort?
Och, ik stoor me er niet zo erg aan. In de muziekwereld worden er altijd vergelijkingen gemaakt wanneer men muziek wil omschrijven aan mensen die een bepaalde groep niet kennen. Ik beschouw het trouwens wel als een compliment wanneer men mij met Tom McRae linkt. Ik kan zijn muziek best appreciëren. Daar staat natuurlijk tegenover dat ik meer ben dan de opsomming van de vergelijkingen. Zonder pedant of arrogant te willen overkomen, meen ik toch te mogen zeggen dat mijn muziek iets unieks heeft. Elk land heeft naar mijn mening wel zo zijn kopieën van bekende groepen, maar tot dusver ben ik nog geen enkel land tegengekomen waar een andere Nona Mez rondloopt.

Nona Mez zal qua invloeden wel meer de verzameling zijn van wat me aanspreekt bij bijvoorbeeld Joy Division en pakweg Afghan Whigs, die arrangementen van motieven op een wisselende achtergrond, samen met datgene waar ik zo van hou bij singer-songwriters als Leonard Cohen, Bruce Springsteen, Nick Drake, Ani Difranco, Ryan Adams, etc.

In welke mate kan Nona Mez als een groep beschouwd worden?
Toen ik met Nona Mez begon, was dit een soloproject. Mijn aanpak mocht dan wel omschreven worden als “de geslaagde eenvoud”, het was niet altijd even gemakkelijk om dat te bekomen. Als singer-songwriter op je eentje rondtouren is trouwens ook niet altijd even plezant. Het dient gezegd dat ik een hele tijd heb moeten zoeken vooraleer ik de juiste mensen heb gevonden om me te vergezellen. Met de hulp van Peter (Pazmany), Davy (Deckmyn) en Bart (Van Lierde) kan ik meer kanten uit.

De samenwerking verloopt ook heel vlot. Ze tonen zich ook meer betrokken bij het project dan wanneer je zou werken met “huurlingen”. Ze geven hier en daar aanwijzingen of opmerkingen, als ze denken dat iets beter kan. Ik sta ook altijd open voor suggesties, maar dat neemt niet weg dat ik de beslissingen neem. Ik zie onze samenwerking als een kartel, waarbij men met een systeem van onderlinge afspraken het beste voor alle partijen nastreeft. Als ik sommige beginnende bands aan het werk zie, heb ik altijd wel de indruk dat er iemand binnen de groep is die hun groei tegenhoudt. In een groep gaat het erom dat iedereen zijn eigen rol heeft en zich goed voelt bij die rol, of ie nu veel of weinig bijdraagt tot de groep. Alles moet uiteindelijk de song dienen.

Aan wat meet je je succes af?
Aan het feit dat ik dit kan blijven doen. Meer dan drie jaar geleden ben ik als zelfstandige begonnen en heb ik mijn eigen label opgericht. Tot op heden kan ik nog steeds leven van mijn muziek. Mensen vinden het soms moeilijk om te geloven dat zoiets kan in België. Ik heb geen riant inkomen, maar het volstaat voor mij om rond te komen. Ik heb niet veel nodig. Less is more. Dat is ook de achterliggende idee van Ten Digit Binary Records. Middels een wiskundige formule kan je in het binaire systeem als je wil tot 1023 tellen op slechts 10 vingers, waar dat decimaal maar tot 10 is. Met beperkte middelen kan je soms meer doen, als je maar origineel durft denken.

Ik huldig ook de DYI-aanpak. Ik heb mijn eigen studio en mijn eigen label. Dat zorgt ervoor dat ik meer controle heb en inkomsten dan iemand die bij een maatschappij tekent. Ik zou zo'n zevenmaal meer albums moeten verkopen bij een major om op het einde van de rit evenveel geld bij elkaar te verdienen.

Voor de rest ben ik er wel trots op dat mijn songs op verschillende nationale radiozenders met een verschillend profiel gedraaid worden. Zo zit “Hey Sister” op Stubru, Radio 1, Radio2, Radio Vlaanderen Internationaal, en bij de RTBF op La Première en Pure Fm. Het bewijst dat mijn muziek grensoverschrijdend is en niet onlosmakelijk verbonden met een bepaald genre.

Het is wel zo dat je de lat steeds hoger legt voor jezelf: ik heb ooit ten tijde van m’n eerste plaat mijn vriendin om 3 uur ’s nachts wakkergebeld, omdat ik op de nachtradio van Radio1 zat, terwijl ik nu bij elke nieuwe single op z’n minst voor high rotation wil gaan. Als artiest wil je immers dat de mensen je muziek horen, anders heeft het niet veel zin.

Dat neemt niet weg dat ik best tevreden ben. Zolang als dit alles voor mij kan blijven duren, is het perfect.

Labels: ,

Interview - Copenhagen

Naar aanleiding van hun recentste album "Sweet Dreams..." hadden we een interview met Neil Henderson, Kirsa Wilkenschildt en Andy Thompson van de Britse band Copenhagen. Met 4 man rond de tafel werden er geen kaarten bovengehaald maar het werd niettemin een gezellige boel.


Jullie kozen de naam Copenhagen om verschillende redenen, ook al zijn jullie een Britse band. Hoeveel mensen heb je zo al op het verkeerde been gezet?
Kirsa: Och, dat viel wel mee tot nu toe. Enkel in Denemarken hebben we enkele problemen ondervonden toen we er wouden optreden. Blijkbaar was er al een plaatselijke groep met de naam Copenhagen.
Andy: God ja, dat was nogal een onaangename verrassing.
Kirsa: Overal hadden ze onze affiches overplakt met de melding dat Copenhagen niet zou optreden en aan de ingang stonden ze zelfs flyers uit te delen die dezelfde boodschap droegen. Uiteindelijk kwamen er zo'n 20 mensen opdagen...
Neil: En dat was dan nog voornamelijk familie van Kirsa.
Andy: Achteraf gezien is het wel grappig natuurlijk. Ze dreigden zelfs met een rechtszaak en zeiden dat we waarschijnlijk toch niet lang zouden blijven bestaan als groep. Nooit meer iets van gehoord, eerlijk gezegd. (grijnst)

Kirsa en Neil, jullie begonnen de band met jullie tweeën. Was het de bedoeling om van meet af aan met zoveel mensen te gaan samenwerken?
Neil: Ja, van in het begin hadden we alletwee wel iets van "laten we er iets groots van maken". We wilden een warme en volle sound ontwikkelen.
Kirsa: Eigenlijk is dat allemaal heel natuurlijk verlopen. We hebben er zo nooit echt bij stilgestaan.

In 2003 haakten 5 leden af en bleven jullie nog met 3 over. Wat denk je dan op zo'n momenten?
Andy: Het was niet echt een probleem. Copenhagen is veeleer een collectief dan een groep. Iedereen is met vanalles bezig en het was eerder dat hun agenda te vol zat om nog voltijds mee te werken aan Copenhagen.
Kirsa: Tegen wanneer we de studio ingingen, waren de meesten er trouwens weer terug bij. Het is niet iets waar we ons ooit zorgen over gemaakt hebben.
Neil: Het werkte ook deels bevrijdend. We konden meer richtingen uit en er was meer ruimte om te experimenteren.

Hoe begin je te werken aan een song? Zit je te tellen hoeveel man je nog aan bod moet laten? Voeg je gewoon laag na laag toe, of hoe doe je dat?
Kirsa: Normaal gezien maken we eerst de compositie. Meestal is die al redelijk sterk uitgewerkt. En dan gaat Neil aan het werk.
Neil: Ik schrijf de teksten bij de muziek. Ik luister naar de compositie en schrijf wat in me opkomt. Soms gebeurt het wel eens dat ik al een tekst heb en we dan een compositie proberen te maken maar dat is eerder uitzondering.
Andy: Met de rest van de band proberen we dan altijd nog wat uit of we de song niet iets extra kunnen geven met nog een kleine aanpassing of variatie.
Kirsa: Soms voegen we er ook nog iets aan toe. Zo hebben we op dit album een harp gebruikt, iets wat ik altijd al wou doen. Het is niet dat we het er per se bij wouden maar het paste gewoon heel goed.

Jullie werkten samen met Robin Proper-Sheppard (Sophia) aan dit album. Hoe verliep de samenwerking?
Kirsa: Echt geweldig. Het is echt fijn samenwerken met hem.
Neil: Het leukste was dat de opnames bij mij thuis gebeurden. Zeer relax vond ik dat. Ik kon gewoon rechtstreeks van mijn bed in de opnamestudio rollen.

De meeste bands geven hun albums werktitels. Hadden jullie er een voor "Sweet dreams" en waarom heb je uiteindelijk voor die laatste gekozen?
Kirsa: Hmm, hoe hadden we het ook alweer genoemd?
Neil: Geen idee, ik kan het me niet echt meer herinneren.
Andy: (na wat denkwerk) "My little grey cloud", dat was het.
(Aha-erlebnis bij Kirsa en Neil)
Andy: Maar goed, uiteindelijk zijn we voor "Sweet dreams" gegaan omdat die er eigenlijk perfect bij paste. Enerzijds past het bij het rustgevende en liefhebbende, en anderzijds heb je de "evil grin" versie die ongeveer net het omgekeerde impliceert. Die dualiteit sprak ons wel aan.

Op de song "Lucky seven" doen 16 mensen mee? Mogen die allemaal mee pakken als jullie op tournee vertrekken?
Kirsa: 16? (slikt even)
Neil: Hmm, waren het er echt zoveel? Ongelooflijk eigenlijk, maar goed...als we op toernee gaan, treden we op met slechts 8 man. Grotere busjes hebben ze niet waar we ze huren. (lacht)
Andy: De busjes zijn niet het enige probleem. Ook de podia zijn soms wat smal bemeten. Ik herinner me nog een optreden in Duitsland waar Neil gewoon op een tafel moest staan zingen omdat er geen plaats meer was op het podium. Onze contrabas heeft toen nog vanalles de grond ingegooid terwijl ie aan het spelen was.
Kirsa: Die dag ging ongeveer alles kapot waar ie aankwam: de deur van zijn kleerkast ging kapot, de kapstok kwam naar beneden, hij zakte door zijn bed...uiteindelijk mocht hij van ons nergens meer aankomen.
Andy: Was dat de reden dat we hem uit de band gegooid hebben?
(Iedereen schiet in de lach.)

Jullie album is halfweg oktober uitgekomen in Engeland, hier komt het pas uit halfweg januari. Hebben jullie plannen om nadien te touren?
Andy: Absoluut. Everybody wants to break into London, we're glad if we can break out of it.
Kirsa: De response buiten Londen is ook veel beter. We doen graag het vasteland aan.
Neil: Momenteel zijn er nog geen concrete plannen maar als we kunnen, zullen we het zeker niet laten.

Tot slot nog 1 kleine vraag. Lambchop heeft een tijd geleden een cover gedaan van "This corrosion" van de Sisters of Mercy. Zien jullie je ook iets gelijkaardigs doen?
Kirsa: Ja, we hebben het al veel besproken in de groep.
Neil: Inderdaad, we zijn het volledig eens geraakt over de song: "Parade" van Magazine. Enkel weten we nog niet precies wanneer we het gaan doen.
Andy: We zitten er nu toch al een tijd over bezig dus ik denk niet dat we het nog zolang zullen uitstellen.
Kirsa: Het zal er alleszins ooit wel van komen.

Labels: ,

Interview - The Dears

Ter promotie van hun laatste album "No cities left" dat sinds kort in de Europese cd-rekken ligt, trekken The Dears in een rotvaart door Europa. Spijtig genoeg konden we niet aanwezig zijn op hun enige Belgische optreden van deze toernee maar 's anderendaags vonden we gelukkig wel nog de tijd bassist Martin Pellard een resem vragen voor te schotelen.


Jullie traden gisteren op in Gent. Hoe ging het?
Het was echt ongelooflijk. Er waren zo'n 400 mensen, volledig op elkaar gepakt. Blijkbaar waren er verscheidene mensen die het album al gekocht hadden want we merkten dat er redelijk wat mensen in het publiek waren die de liedjes en de muziek herkenden. Zoiets hadden we echt niet verwacht. Alles verliep meer dan vlot en we hebben er echt van genoten.

Dus het is echt waar dat het voor buitenlandse artiesten leuk optreden is in België of proberen ze gewoon vriendelijk te zijn?
Ik vind niet dat je de ene plaats boven de andere plaats kunt stellen. Tot nu toe zijn we altijd al goed ontvangen geweest, ongeacht waar we speelden. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er een verschil is tussen optredens bij ons in Amerika en hier in Europa. Ik heb de indruk dat Europeanen meer openstaan voor nieuwe dingen. Ze zijn nogal nieuwsgierig en op ontdekkingen uit.

Hoe moeilijk is het om op te treden voor een publiek dat niets van je muziek kent?
Wij zijn daar nogal realistisch in. Zelfs als de zaal volzit, is er nog altijd een kans dat de helft van de zaal niets van je muziek afweet. Dus elke keer opnieuw is het een uitdaging om op te treden en ervoor te zorgen dat de mensen je muziek appreciëren.

Je gaat dus het podium op met een zekere bekeringsdrang?
Zo zou je het best kunnen omschrijven, ja.

Jullie zijn afkomstig van Canada, het land dat ons al artiesten schonk zoals Bryan Adams, Celine Dion en Nickelback. Maakt dat het er moeilijker op om de nodige aandacht te krijgen?
Eerst en vooral wil ik zeggen dat ik niets persoonlijks tegen die artiesten en hun muziek heb. Maar het is inderdaad wel zo dat de muziekindustrie nog maar eens de boot heeft gemist toen indie bands zoals The White Stripes, Franz Ferdinand en anderen op grote schaal doorbraken. Het doet deugd dat ze eindelijk inzien dat er wel meer artiesten zijn die genoeg talent hebben en die ook hun aandacht waard zijn. We zien nu plots de interesse toenemen in ons en andere Canadese artiesten zoals Broken Social Scene, Stars, The Unicorns, The Stills, enzovoort. Hetzelfde zie je bijvoorbeeld ook in Zweden waar een groep zoals The Hives toch bewezen heeft dat er ook meer te vinden is dan ABBA en Ace of Base. Ik ben wel blij met die evolutie.

Is er sprake van een plaatselijke rock scene in Montreal? Zijn er mensen die je altijd en overal tegenkomt?
Montreal heeft een zekere aantrekkingskracht op groepen maar zo speciaal is het er eigenlijk niet. Er zijn groepen die onmiddellijk beginnen te zweven na een paar goeie optredens in Montreal terwijl het toch allemaal niet zoveel voorstelt. Aangezien het een nogal gesloten wereldje is, komen we wel regelmatig dezelfde mensen tegen. Ons repetitiekot bijvoorbeeld bestaat uit 3 ruimtes die we met 2 andere groepen delen. Naast ons zitten de mensen van The Stills die momenteel ook her en der de nodige aandacht krijgen, en daarnaast zit nog Sam Roberts. Het is best leuk om op toernee te gaan, terug te komen en dan even met de rest aan de toog te hangen, ook al is het maar voor één avond.

In november trekken jullie door Europa. Wat zijn jullie verwachtingen?
Niets specifieks eigenlijk. We willen gewoon zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken met onze muziek.

Jullie album "No cities left" werd uitgebracht in april 2003 maar is nu dus opnieuw uitgebracht voor de VS en Europa. Jullie zijn dus de baan opgegaan met oud materiaal of is er al nieuw materiaal in het vooruitzicht?
Wel, tijdens deze toernee hebben we al enkele nieuwe songs uitgeprobeerd. Gisteren hebben we twee nieuwe nummers gespeeld en af en toe spelen we ook eens eentje tijdens onze soundchecks. We hebben nu al ongeveer 9 songs in pre-productie. Het is nu dus wachten tot de toernee erop zit en we wat tijd vinden om de studio in te duiken. Maar tot dan hebben we nog een druk schema af te werken. Het is nogal vermoeiend maar niettemin plezant. Je hoort me dus niet klagen.

Labels: ,