donderdag, november 29, 2007

4 out of 7

Zondagavond 18 november, Vorst Club deel 1. Common probeert van in het begin leven in de brouwerij te brengen, maar slaagt slechts half in zijn opzet. Het volk oppeppen staat ongeveer haaks op z'n soulvolle en warme raps, en dat wringt op dat grote podium. Van de organisatoren moet ie ook geen hulp verwachten. De bovenste ring mag dan wel afgesloten zijn, veel clubgevoel heerst er niet. Vorst blijft zijn reputatie van kale en ongezellige bunker behouden.

Ik mag dan wel meerdere keren beweerd hebben dat Kanye West een heel breed publiek aanspreekt, afgaande op het aanwezige volk lijkt het ook te kloppen. In de zaal treffen we evenveel hoodies en homies aan als truien en grijze haren. En al snel blijkt dresscode noch leeftijd een rol te spelen. Op perfecte wijze weet Kanye zijn nummers aan te brengen. De man toont zich als profeet, entertainer en hartenbreker. Geen kont in de zaal die langer dan 2 minuten een zitje geraakt heeft. Vet feestje noemen we dat.

Dinsdagavond 20 november stappen we voor een eerste keer de Trix binnen. Het Ierse The Dudley Corporation laat zien dat er een goeie lap op geven niet altijd de beste manier is om te blijven boeien. Iets minder geweld had de songs vast deugd gedaan, en zoniet, dan toch op z'n minst onze oren. Live durft Pinback het ook wat rommeliger en sneller aanpakken dan op plaat. We kennen de band goed genoeg om daar niet over te mekkeren. En wat zouden we ook gezien hun beste songs ons om de oren vliegen? Tot tweemaal toe wordt er gebist en niet met de minste, "Sender" en "June" bijvoorbeeld. Hun roadbar-mentaliteit namen we er met plezier bij.

De dingen worden een pak intiemer en kleinschaliger aangepakt daags nadien. Believo doet vanop een paar vierkante meter tapijt ons onze mening van destijds herzien. Deze keer zagen we een groep met zelfvertrouwen, en wat ook hielp, een stapel songs die er stonden. Ook bij Asobi Seksu moeten we deels onze visie bijstellen. Live blijken ze duidelijk meer noise dan dream pop te zijn, veeleer Mono dan Blonde Redhead. De groep blijkt enkele prachtsongs in huis te hebben, maar na een uurtje begint het toch wel aan te voelen alsof ze voor de zoveelste keer hetzelfde nummer brengen. Gelukkig ook het punt waarop de groep er een einde aanbreit. Te catalogeren onder "Geniet, maar met mate".

Vrijdag 23 november, Vorst Club deel 2. De expanded version zeg maar, want de club heeft plaats moeten maken voor het grote geld. De tent zit afgeladen vol. De enige vrije ruimte op het middenplein is die boven onze hoofden, vanwaar wij, muziekliefhebbende sardienen, af en toe een frisse hap lucht proberen binnen te trekken. De opwarmer van de avond willen we echter niet gemist hebben.

Blonde Redhead bewijst meer dan een goed voorprogramma te zijn en laat enkel uit beleefdheid en tijdsdruk na het dak van de tent te blazen. Interpol neemt het van dan af over en met hun eeuwige cool en een handvol oudere hits krijgen ze het volk gek. Evenals op plaat laat "Our love to admire" zich live als de zwakste van de 3 albums kennen, met "The lighthouse" als kaksaai hoogtepunt. Niet dat we de band op basis hiervan willen afzweren, maar een volgende keer zouden we wel eens een koptelefoonsessie van "Turn on the bright lights" kunnen overwegen in plaats van een bomvolle zaal die zich veel te snel tevreden stelt met het gebodene.

Labels: ,